Switch Mode
Home Bride Chapter 15

Chapter 15

HOOFDSTUK 15

HOOFDSTUK 15

 

 

 

 

Ze is anders dan hij had verwacht. Hij wil niet toegeven dat hij zich als kind al een voorstelling van haar probeerde te maken, maar het speelde altijd op de achtergrond: een vage hoop dat hij, misschien, op een dag…

Ze is niet zoals hij had gedacht. Ze is meer. Op alle mogelijke manieren.

 

 

 

 

Emery Messner is angstaanjagend. Vooral omdat ze er heel aardig uitziet.

Ik had woeste, hondsdolle, bloeddorstige begroetingen verwacht. Onvoorspelbaarheid. Dreigen met geweld. Wat ik aantref, is een vriendelijke vrouw van in de vijftig met een speldje met HOOP, LIEFDE, MOED op haar trui. Ik heb niet zoveel mensenkennis, maar ze lijkt aardig en spontaan en oprecht vriendelijk. Haar hartslag is amper merkbaar, bijna gereserveerd te noemen. Ik zie met gemak voor me dat ze pindavrije koekjes bakt om uit te delen na de voetbalwedstrijd van haar kinderen, maar niet dat ze mensen ontvoert en vermoordt.

‘Lowe.’ Ze stopt op een paar stappen afstand en laat haar hoofd even hangen bij wijze van begroeting. Wanneer ze opkijkt, zie ik haar even diep inademen: ze ruikt ongetwijfeld wat er tussen mij en is Lowe voorgevallen in het vliegtuig.

Ik kan wel door de grond zakken.

‘Welkom, samen met je Vampyr-bruid.’ Ze kijkt naar mijn echtgenoot. Die haar metgezel heeft gedood. Wat een puinhoop. ‘Gefeliciteerd met je verbond.’

‘Emery.’ Hij beantwoordt haar glimlach niet. ‘Bedankt dat je ons wilde ontvangen op jouw grondgebied.’

‘Onzin. Dit is jouw territorium, alfa.’ Ze maakt een handgebaar alsof ze met de meiden zit te brunchen. Haar ogen schieten weer naar mij, en een halve seconde lang glijdt haar masker van beleefdheid even af en zie ik aan haar ogen hoe ze écht over mij denkt.

Ik ben een Vampyr.

Ik ben de vijand.

De afgelopen eeuw stond mijn volk in de top vijf doodsoorzaken van haar volksgenoten. Ik ben al even welkom als een stuk kauwgom onder haar pumps.

Maar ik ben wel Lowe’s kauwgom, en dat maakt hij haar bijzonder duidelijk: zijn hand blijft bezitterig hangen op de kromming van mijn onderrug. Ik weet genoeg van zelfverdediging om door te hebben dat hij een strategische positie heeft ingenomen, en dat hij mij bij het eerste teken van intimidatie achter zich zal duwen. Dat moet Emery’s beveiligers – ze zijn met zijn achten, vier in hun menselijke vorm en vier als wolf – ook niet zijn ontgaan. Hun gespannen gezichtsuitdrukkingen wekken de indruk dat ze Lowe als een formidabele dreiging zien, ook al is hij ver in de minderheid.

Als zijn nep-echtgenoot vat ik dat maar op als een compliment.

Lowe had echter gelijk: Emery is niet op een gevecht uit, in elk geval niet nu. Ze dwingt zichzelf om te glimlachen, alleen voor mij. ‘Misery Lark.’ De beleefdheid druipt van haar stem af. ‘Ik heb jouw soortgenoten in geen decennia op mijn grondgebied gezien.’

Niet in leven, nee, dat geloof ik graag. ‘Fijn dat ik mocht komen.’

‘Wellicht is het tijd om de strijdbijl te begraven. Wellicht kunnen er nieuwe verbonden worden gesloten nu de oude in vlammen zijn opgegaan.’

‘Wellicht.’ Ik bijt op mijn tong om er niet aan toe te voegen dat het me heel onwaarschijnlijk lijkt.

‘Goed dan.’ Haar ogen schieten naar mijn hand. Omdat, zo besef ik ineens, Lowe die heeft vastgepakt. ‘Volg mij maar.’ Na nog een laatste glimlach keert ze ons de rug toe. Haar bewakers lopen achter haar aan, als een levend pantser.

Lowe’s vingers knijpen in de mijne. ‘Dat was heel beleefd van je,’ fluistert hij. ‘Bedankt dat je geen diplomatiek incident hebt veroorzaakt.’

‘Zou ik nooit doen.’

Hij trekt een wenkbrauw op.

‘Serieus. Heus niet.’

Hij kijkt me aan alsof hij wil zeggen dat ik dat wel degelijk zou doen.

‘Ik ben echt niet dom genoeg om de dame die een poging deed om Ana te ontvoeren tegen me in het harnas te jagen,’ zeg ik kwaad. Dan verduidelijk ik: ‘Ik sluit niet uit dat ik nooit een mes tussen haar ribben steek. Maar ik ga niet sarcastisch lopen doen.’

Ik zie zijn mondhoek even omhoog bewegen. ‘Zo ken ik je weer.’

Hij trekt me naar een zwarte auto, zijn hand nog steeds in de mijne.

 

*

 

Het diner is een ongemakkelijke aangelegenheid, niet in de laatste plaats omdat ze me een bord met cavatelli voorzetten met daarnaast een glas rode wijn, dat aanlokkelijk veel op bloed lijkt.

Het is standaard dat de partner en kinderen van de voormalige alfa een formele relatie onderhouden met de huidige leider, en er zijn verschillende Weerlingen uitgenodigd om samen het weekend door te brengen. Maar vanavond zijn we slechts met zijn drietjes en ik weet te weinig van Weerling-zaken om te kunnen meepraten. Ik probeer het allemaal te volgen terwijl ze praten over grenzen, allianties en andere roedels, maar het klinkt als een ingewikkelde tv-serie waarbij ik pas bij het vierde seizoen ben ingestapt. Te veel plotlijnen, personages, details. Wat me wél lukt, is het waarderen van de complexe dynamiek en de uitmuntende manier waarop Lowe daarmee omgaat. Niemand begint over het feit dat hij Roscoe heeft gedood, en daar ben ik dankbaar voor.

We worden vroeg in de ochtend naar onze kamer gebracht. Er is slechts één bed, maar gelukkig zal dat niet tot ongemakkelijke situaties leiden, want zodra de zon schijnt, verdwijn ik in de kast. Ik gebaar naar Lowe dat hij moet gaan zitten en druk een vinger tegen mijn lippen. Hij kijkt me verward aan, maar doet wat ik zeg, zelfs wanneer ik naar zijn broekzak reik en zijn telefoon pak. Voor een alfa is hij bijzonder goed in het opvolgen van bevelen.

Ik zoek een aantal minuten naar afluisterapparatuur en camera’s, en kijk of ik sterke wifinetwerken kan vinden terwijl Lowe me steeds geamuseerder aankijkt. Als ik niets kan vinden, zie ik dat hij me aankijkt alsof hij medelijden heeft met het feit dat ik zo paranoïde ben. Even overweeg ik om wat pluis uit mijn zak te pakken en hem wijs te maken dat het hypermoderne spyware is, puur om gewoon een keer gelijk te kunnen krijgen.

Hij zou me waarschijnlijk nog geloven ook.

‘Kan ik praten? Of moet je nog even de geheim agent uithangen?’

Ik kijk hem nijdig aan. ‘Dit moest van Alex, je lievelings.’

Hij schudt zijn hoofd en glimlacht flauwtjes. ‘Emery weet wel beter.’

‘Dus we houden geen rekening met de mogelijkheid dat ze onze kelen doorsnijdt als we liggen te slapen?’

‘Op dit moment even niet, nee.’

‘Hm.’ Ik loop zijn telefoon na om te kijken of hij niet wordt afgeluisterd. Het is een interessant, ietwat weemoedig kijkje in het leven van Lowe. Niet dat ik had verwacht bergen milf-porno aan te treffen, maar zijn meestbezochte websites zijn Europees sportnieuws en chique architecturale tijdschriften, die al even vermakelijk zijn als in een kilometerslange file staan.

‘Sorry dat je honkbalteam zo slecht presteert,’ zeg ik.

‘Ze doen het prima,’ mompelt hij beledigd.

‘Tuurlijk, schat. Als jij het zegt.’

‘En het is rugby.’ Hij gaat staan om mijn bloed-koelbox te pakken.

‘Boeiend. Emery lijkt best normaal, eigenlijk.’

‘Schijn bedriegt.’ Lowe opent de koelbox en dan het geheime vak waar de spullen liggen die ik van Alex heb gehad. ‘Mick heeft info verzameld over de aanvallen en saboteerpogingen in Weerling-gebied. Alles wijst erop dat zij verantwoordelijk is. Maar ze weet ook dat ze me niet openlijk kan uitdagen, omdat ze dan geen schijn van kans maakt. Het is mogelijk dat een aantal van de Getrouwen niet eens weet dat ze Ana wilde ontvoeren. Misschien weten ze niet dat ze aan de verkeerde kant van deze oorlog staan.’

Ik kom bij hem staan om te kijken of we alles hebben. ‘Vader zei altijd dat er in een oorlog geen goede of slechte kanten zijn.’

Lowe kauwt op zijn onderlip en staart nadenkend naar de zakken bloed. ‘Misschien. Maar er zijn kanten waar ik bij wil horen en kanten waar ik niets van wil weten.’ Hij kijkt op, zijn lichte ogen zijn slechts centimeters verwijderd van de mijne. ‘Heb je honger?’

‘Ik kan dat bloed wel in de badkamer drinken, aangezien we deze…’ Ik kijk om me heen naar het bloemenbehang, hemelbed en de schilderijen van landschappen. ‘… bruidssuite moeten delen.’

‘Waarom zou je naar de badkamer gaan?’

‘Ik neem aan dat jij het smerig vindt?’ Serena zei altijd dat het smerig was om te horen hoe iemand bloed doorslikte, ook al wende ze er uiteindelijk wel aan. Ik snap het wel. Ik mag dan een gênant enthousiaste fan zijn van pindakaas, maar ik vind het meeste eten van de mensen echt om van te kokhalzen. Alles waarvoor je moet kauwen, moet in een zelfvernietigende capsule de ruimte in worden gestuurd.

‘Ik denk niet dat het me iets kan schelen,’ zegt Lowe, en ik haal mijn schouders op. Ik ga het niet voor hem oplossen. Hij is een grote jongen die prima weet wat hij aankan.

‘Oké.’

Ik pak de zak en drink hem snel leeg. Bloed is te duur – en lastig schoon te maken – om het risico te lopen dat ik mors, en daarom gebruik ik rietjes. Het hele proces duurt nog geen twee minuten en tegen de tijd dat ik klaar ben, denk ik glimlachend terug aan het drie uur durende diner waar ik net aan ben onderworpen. Ik voel me een superieur wezen.

Weerlingen en mensen zijn vreemd.

‘Misery.’

Lowe’s stem klinkt hees. Ik leg de zak weg en wanneer ik naar hem kijk, zit hij weer op het bed. Ik krijg de indruk dat hij de hele tijd naar me heeft gekeken. ‘Ja?’

‘Je ziet er anders uit.’

‘O ja.’ Ik draai me naar de spiegel, maar ik weet al wat hij ziet. Roze wangen. Grote pupillen met een dunne, lila rand. Bloedrode lippen. ‘Dat gaat vanzelf.’

‘Hoezo?’

‘Hitte en bloed, weet je wel?’

‘Nee.’

Ik haal mijn schouders op. ‘We krijgen zin in bloed als we het warm hebben en we krijgen het warm na het eten. Dat duurt niet lang.’

Hij schraapt zijn keel. ‘Wat komt er nog meer bij kijken?’

Ik weet niet waarom hij zoveel interesse toont in Vampyr-fysiologie, maar hij heeft mij ook van alles verteld toen ik vragen had over de Weerlingen. ‘Vooral dit. Sommige zintuigen worden ook versterkt.’ De geur van Lowe’s bloed, maar ook van alles wat hem hém maakt, ruikt scherper. Ik vraag me af of ik nog naar hem ruik.

En dat doet me weer denken aan wat er eerder is gebeurd.

Alsof ik daar niet continu aan heb zitten denken. ‘In het vliegtuig. Toen je mij markeerde…’ Ik verwacht dat hij zich schaamt of neerbuigend reageert. Maar hij kijkt me alleen maar strak aan. ‘Ik wil een vreemde situatie niet nog vreemder maken, maar het voelde…’

‘Dat was het ook.’ Hij sluit kort zijn ogen. ‘Sorry. Het was niet mijn bedoeling om misbruik van je te maken.’

‘Ik… De mijne ook niet.’ Ik vond het net zo fijn als hij. Waarschijnlijk nog wel fijner.

‘Het komt door de daad zelf. Normaal gesproken doe je dat alleen met partners of in serieuze romantische relaties. Het is van zichzelf al heel seksueel geladen.’

O. ‘Juist.’ Ik schaam me een beetje dat ik ervan uitging dat hij zich tot mij aangetrokken voelde. Niet omdat ik mezelf niet aantrekkelijk vind – ik ben hartstikke lekker en fuck you meneer Lumiere met je ‘je ziet eruit als een spin’ – maar omdat Lowe Gabi heeft. Iemand op wie hij van nature al zijn aantrekkingskracht richt.

‘Ik heb het nooit eerder gedaan,’ zei hij. ‘Ik wist niet dat het zo zou gaan.’

Wacht eens even. ‘Heb je het nooit eerder gedaan? Heb je nog nooit iemand gemarkeerd?’

Hij schudt zijn hoofd en begint zijn laarzen uit te trekken.

‘Maar je hebt een metgezel. Dat zei je zelf.’

Hij trekt zijn andere schoen uit. Zonder op te kijken. ‘Ik zei ook dat het niet altijd wederzijds is.’

‘Maar bij haar… Bij haar wel, toch? Dat zei je zelf.’ Gabrielle. Zij is nu het Onderpand, maar daarvoor waren ze een stel. Ze hebben elkaar vast ontmoet in Zürich, waar ze samen gatenkaas aten.

‘Heb ik dat gezegd?’

Ik sla mijn hand voor mijn mond. ‘Shit. Nee.’ Ik loop door de kamer naar het bed, maar als ik eenmaal naast Lowe zit, weet ik niet meer wat ik moet doen.

Wat zei de gouverneur nou op de bruiloft? Dat het Weerling-onderpand de metgezel van Lowe was. Maar hij heeft nooit gezegd dat ze een stel waren. Sterker nog, geen enkele Weerling in de roedel deed ooit alsof Lowe een relatie met haar had. Ana had het nooit over Gabi, zelfs niet terloops. En ik zag geen enkel bewijs dat ze ooit in Lowe’s slaapkamer is geweest.

Zijn metgezel, had de gouverneur gezegd, en het is logisch dat Lowe dat niet zou tegenspreken om te garanderen dat hij een waardevol Onderpand aanleverde. Maar niemand heeft ooit gezegd dat Lowe ook haar metgezel was.

‘Weet ze het? Dat ze jouw metgezel is, bedoel ik?’

Heel even valt hij stil, en dan schudt hij zijn hoofd. Alsof hij opnieuw een knoop doorhakt. ‘Ze weet het niet. En ze zal het ook niet te weten komen.’

‘Waarom vertel je het niet?’

‘Ik wil haar niet lastigvallen met die kennis.’

‘Lastigvallen? Ze zou het geweldig vinden! Je zweert praktisch dat je eeuwig van haar zult houden en je bent een fantastische partner. Ik hielp Serena altijd met haar datingapps, ik weet wat voor mannen er op deze aardkloot rondlopen. Het is niet best. En voor zover ik weet, heb je geen strafblad, je hebt een huis, een auto, een roedel en… oké, een echtgenote, maar daar wil ik je best mee helpen.’ Ik vraag me af waarom ik me zo proactief opstel. Normaal gesproken bemoei ik me niet met het liefdesleven van anderen, maar… Misschien heeft het iets te maken met het zware gevoel in mijn buik. Misschien probeer ik mijn irrationele teleurstelling wel om te zetten in enthousiasme. ‘Heus, ze zal het geweldig vinden.’ Ze is het huidige Onderpand, ze heeft waarschijnlijk net zo’n voorliefde voor onbaatzuchtig gedrag als hij, en… Ineens besef ik iets. ‘Heeft het met je zusje te maken? Denk je dat ze Ana niet zal accepteren?’

Hij snuift lachend en zet zijn schoenen weg. ‘Integendeel. Ana zou het ook geweldig vinden.’ Hij kijkt of de deur op slot is en komt dan weer in bed liggen. ‘Schuif eens op,’ beveelt hij, terwijl hij naar de kant het verst van de deur wijst.

Ik gehoorzaam, zonder aarzeling. ‘Wat nou als zij hetzelfde voor jou voelt?’

‘Dat is onmogelijk.’

Het matras zakt in door zijn gewicht. Hij gaat liggen, nog steeds in zijn spijkerbroek en shirt. Zijn hoofd zakt weg in het kussen, terwijl hij zijn armen op zijn borst kruist. Het bed is enorm en alsnog iets te klein voor hem, maar hij klaagt niet.

‘Misschien beschikt ze niet over de juiste hardware. Misschien voelt ze niet dezelfde biologische aantrekkingskracht die jij voelt. Ze kan echter nog steeds gevoelens voor je ontwikkelen.’ Ik trap mijn schoenen uit en kniel naast hem. Gaat hij nou echt slapen? ‘Je kunt nog steeds met haar daten.’

‘Hebben we het hier nou nog steeds over?’ klaagt hij, zonder zijn ogen te openen.

‘Ja.’

‘Nu ook nog?’

‘Ja.’ Nee, ik vertik het om bij mezelf na te gaan waarom dit onderwerp me zo interesseert. ‘Eerlijk gezegd is het nogal kinderachtig, deze alles-of-niets-instelling van je. Je zou nog steeds een…’

Hij duwt zichzelf omhoog en leunt op zijn elleboog. Het ene moment staar ik naar zijn knappe, ontspannen gezicht. Het volgende moment staren zijn ogen fel in de mijne en voel ik zijn adem warm op mijn lippen. Ze smaken nog steeds een beetje naar bloed.

Ik voel een spanning tussen ons ontstaan. Ik krijg het gevoel dat deze situatie elk moment uit de hand kan lopen.

‘Denk je dat ik het haar niet vertel omdat een klein deel van haar niet genoeg zal zijn?’ vraagt hij grommend. ‘Denk je dat het me iets kan schelen als ze minder van mij houdt dan ik van haar? Dat dit voor mij een kwestie van trots is? Of hebzucht? Is dat waarom je me kinderachtig vindt?’

Ik open mijn mond. Een golf van hitte – schaamte, verwarring, nog iets anders – overspoelt me. ‘Ik…’

‘Jij denkt van alles, maar je weet niets. Je weet niet hoe het is om je zielsverwant te vinden,’ gaat hij verder, op zachte, felle toon. ‘Ik zou alles wat ze me zou willen geven met liefde aannemen, de kleinste glimp of haar hele wereld. Ik zou haar een enkele nacht tegen me aan willen drukken in de wetenschap dat ik haar in de ochtend weer ga verliezen, en ik zou haar vasthouden en nooit meer laten gaan. Ik accepteer haar gezond of ziek of boos of moe of sterk, en het zou een fucking voorrecht voor me zijn. Ik zou haar problemen overnemen, haar geschenken, haar stemmingen, haar passies, haar grapjes, haar lichaam… Ik zou alles tot me nemen als ze ervoor zou kiezen om het aan me te geven.’

Mijn hart bonst in mijn borst, mijn wangen, mijn vingertoppen. Ik ben vergeten hoe ik moet ademhalen.

‘Maar ik vertik het om haar iets af te nemen.’ Zijn ogen verlaten de mijne en glijden langzaam over mijn gezicht. Ze stoppen bij de halslijn van mijn jurk. Vandaag draag ik onze trouwring aan een ketting om mijn nek en hij bestudeert hoe de ring tussen de ronding van mijn borsten verdwijnt. Zijn blik blijft hangen. Het lijkt uren te duren, maar waarschijnlijk zijn het slechts een paar seconden. Dan kijkt hij weer op. ‘Ik zal haar bovenal nooit haar vrijheid afnemen. Niet wanneer zoveel anderen haar dat al hebben aangedaan.’

Die agressieve energie tussen ons verdwijnt al even snel als ze ontstond, gesmolten als zout in water. Langzaam, ontspannen en na nog een laatste blik te werpen op mijn lippen, gaat Lowe weer op bed liggen. Hij vouwt zijn handen achter zijn hoofd.

‘Ze zal het nooit toegeven. Misschien heeft ze het zelf niet eens door. Maar ze is iemand die het gevoel zou hebben dat ze bij me in het krijt staat. Ze zou denken dat ik haar nodig heb. Wat ik écht wil, is dat ze gelukkig is, of dat nou met mij is, alleen of met een ander.’

Hij sluit zijn ogen weer. Het lukt me om naar adem te happen en ik zie zijn lichaam ontspannen, van een strakke, harde lijn terug naar zijn zachte, sterke houding.

Ik schaam me kapot. En ik voel nog een heleboel andere dingen die ik niet onder woorden kan brengen. Mijn handen trillen en ik bal mijn vuisten in het katoenen laken. ‘Het spijt me. Ik ben te ver gegaan.’

‘Het is aan mij om met mijn gevoelens om te gaan. Niet aan haar.’

Ik kan me niet inhouden. Ik lik mijn lippen en zeg: ‘Alleen…’

‘Misery.’

Die toon weer. De alfa-toon. De toon waardoor ik ja tegen hem wil zeggen, keer op keer op keer op keer.

‘Het spijt me,’ zeg ik opnieuw, maar ik denk dat hij me heeft vergeven. Ik denk dat Lowe te grootmoedig is om wrok te koesteren. Ik denk dat Lowe zich te veel vasthoudt aan zijn principes en hij verdient het niet dat iemand zijn hart breekt of dat zijn leven nooit compleet zal zijn. ‘Zal ik me uit schaamte terugtrekken in de kast? Zodat je me niet hoeft te zien?’

Er verschijnt een flauwe glimlach om zijn lippen. Hij heeft het me absoluut vergeven. ‘Ik draai me wel gewoon om.’

‘Juist. Moet je weer… je geur op me achterlaten? Morgen?’

Zijn glimlach verdwijnt. ‘Nee. De boodschap was duidelijk. Ze denken nu dat je belangrijk voor me bent.’

‘Oké.’ Ik krab aan mijn slaap en probeer niet na te denken over het feit dat hij ‘ze denken’ zei in plaats van ‘ze weten’. Ik moet gaan slapen, de zon zal binnenkort weer opkomen, maar ik krijg zo zelden de kans om rustig naar Lowe te kunnen kijken. Hij is gewoon zo enorm knap. Dat valt zelfs mij op: iemand die zo anders is, zo apart, dat ik zelden de luxe heb om dit soort dingen op te merken. En toch… Hoe beter ik hem leer kennen, hoe aantrekkelijker ik hem vind. Uniek. Oprecht sympathiek, in een wereld waar niemand dat lijkt te zijn.

En ik weet zeker dat zijn metgezel dat met me eens zou zijn, maar ik wil er niet te lang op ingaan. Ook al kan ik me niet voorstellen dat iemand hem zou afwijzen. Zelfs ik voel me inmiddels tot hem aangetrokken, en ik ben niet eens een Weerling.

‘Je kunt je wel omkleden voordat je gaat slapen. Ik zal van je afblijven, zelfs als je een schattige pyjama met bloeddruppels erop aantrekt.’

‘Ik ga niet slapen,’ mompelt hij.

Ik frons. ‘Is dat een Weerling-ding? Slaap je slechts één keer in de drie dagen?’

‘Nee, dat is gewoon iets van mij.’

Ik dwing mezelf om weg te kijken van zijn volle lippen. ‘O ja. De slapeloosheid. Toen we tieners waren kon Serena ook nooit in slaap vallen.’

‘O?’

Hij verroert zich niet, maar klinkt oprecht geïnteresseerd, dus praat ik verder. ‘Ze had vreselijke nachtmerries die ze zich achteraf niet meer kon herinneren. Waarschijnlijk iets wat in haar jeugd is gebeurd, ze kan zich niets herinneren van de eerste jaren van haar leven.’

‘En wat deed ze dan?’

‘Ze kon niet slapen. Zag er altijd doodmoe uit. We maakten ons zorgen, mevrouw Michaels en ik. Zij was toen onze verzorger, een vriendelijke dame. We probeerden geluidsmachines met witte ruis. Pillen. Die rode lichtjes die je melatonineproductie moeten verhogen, maar die niets anders deden dan de kamer in een bordeel veranderen. Het hielp allemaal niet. En toen vonden we per toeval de oplossing. Het was een onwijs simpele oplossing.’

‘Wat dan?’

‘Ik.’ Lowe verstijft. ‘Ze had iemand nodig die ze vertrouwde, heel dicht bij haar. Dus bleef ik in haar kamer. En kriebelde ik haar.’

‘Kriebelen?’ Hij klinkt sceptisch.

‘Ja, maar niet om te kietelen. Zo noemden we dat gewoon. Kijk…’ Ik beweeg mijn hand naar zijn voorhoofd, en na een korte aarzeling druk ik mijn handpalm tegen zijn haar. Zijn haar is stekelig, maar toch ook zacht. Niet lang genoeg om met mijn vingers doorheen te woelen. Ik strijk een paar keer met mijn nagels zachtjes over zijn hoofdhuid, net genoeg om hem een idee te geven van wat Serena altijd fijn vond, en trek dan mijn hand terug om…

Zijn handen vliegen bliksemsnel naar de mijne.

Hij opent zijn ogen niet, maar zijn vingers omsluiten met een dodelijke precisie mijn pols. Mijn hart bonst in mijn keel. Shit, ik ben te ver gegaan. Maar dan beweegt hij de hand terug naar zijn hoofd, alsof hij wil dat ik…

O.

O!

Hij laat me pas los wanneer ik verder kriebel. Ik voel een brok in mijn keel opkomen. ‘Jij hebt zo’n mazzel,’ zeg ik, in de hoop dat een grapje dat brok weer kan oplossen.

‘Hoezo?’ vraagt hij schor.

‘Ik heb net gegeten. Dan voel ik niet zo klam en kil als waar Serena altijd over klaagde.’

Hij glimlacht niet, maar ik voel dat hij het grappig vindt. Zijn donkere haar is kort, zo kort, en ik vraag me af of hij daar puur uit gemakzucht voor kiest. Hij hoeft het immers nooit in model te brengen. Ik denk aan hoeveel onderzoek ik heb gedaan naar de beste kapsels om mijn oren te verstoppen, aan hoe leuk Serena het vond om kleding en make-up te kopen die pasten bij haar stemming van de dag. En dan bedenk ik dat Lowe daar geen tijd voor heeft. Dat hij nooit tijd heeft voor zichzelf.

Het is precies zoals Juno al zei: zijn hele leven bestaat uit offers brengen. Er is zoveel van hem gevraagd en hij ging daar altijd maar mee akkoord.

O, Lowe. Vind je het gek dat je niet kunt slapen?

‘Je bent niet zo’n vreselijke echtgenoot als je had kunnen zijn,’ zeg ik zonder reden, terwijl ik hem blijf kriebelen. ‘Het spijt me dat je je hele leven moest opofferen voor je roedel.’

Deze keer is zijn glimlach onmiskenbaar. ‘Dat heb jij ook gedaan.’

‘Huh?’ Ik hou mijn hoofd schuin. ‘Niet waar.’

‘Je hebt jaren bij de mensen gewoond in de wetenschap dat jij als eerste zou sterven zodra de zeer fragiele wapenstilstand werd verbroken. Toen heb je nog een aantal jaar een leven geprobeerd op te bouwen tussen de mensen, en nu ben je hier en heb je dat allemaal weer moeten opgeven. Je doet van alles voor je volk, waar je zogenaamd zo weinig om geeft.’

‘Ik doe dit niet voor hen. Ik doe dit voor Serena.’

‘O ja? En wat is je plan dan, als je haar hebt gevonden? Gaan jullie er samen vandoor? Verdwijnen jullie? Laten jullie de alliantie tussen de Vampyren en de Weerlingen klappen?’

Het is niet dat ik daar nog niet over heb nagedacht. Het is meer dat ik niet te lang wil stilstaan bij het antwoord. ‘Dit huwelijk houdt slechts een jaar stand,’ zeg ik.

‘O ja? Misery, je moet jezelf iets afvragen.’ Hij klinkt vermoeider dan ik hem ooit heb gehoord.

‘Wat dan?’

‘Als Serena niet was verdwenen, had je dan nee kunnen zeggen tegen je vader? Of had je hier dan alsnog gezeten?’

Ik denk daar heel lang over na terwijl ik toekijk hoe mijn vingers patronen tekenen in het haar van Lowe. En wanneer ik denk dat ik het antwoord denk te weten – een frustrerend, deprimerend antwoord – zeg ik dat niet hardop.

Want Lowe, die leidt aan iets wat absoluut geen pneumonie is, ademt langzaam en is in een diepe, rustige slaap gezonken.

Bride

Bride

Score 9.0
Status: Completed Type: Author: Ali Hazelwood Released: 2024 Native Language:
Romance
Bride is a standalone paranormal romance novel by Ali Hazelwood, known for her witty, emotionally rich stories. This book blends fantasy with romance, featuring a reluctant marriage between a human woman and an ancient vampire to prevent a war between humans and supernatural beings. As their forced union turns unexpectedly tender, secrets emerge that may reshape the fate of their world—and their hearts. Packed with passion, politics, and paranormal intrigue, Bride delivers a refreshing twist on vampire romance.