Switch Mode
Home Bride Chapter 8

Chapter 8

HOOFDSTUK 8

HOOFDSTUK 8

 

 

 

 

Het zou makkelijker zijn als hij haar niet mocht.

 

 

 

 

Is het echt iets voor Vampyren om je puntige hoektanden in de zaken van anderen te steken en hun plannetjes te verstoren? Of is dat euvel alleen voorbehouden aan Misery Lark?

Ik zit nog geen vijf minuten op de bank in de woonkamer over mijn pijnlijke voeten te wrijven, maar dit is de derde keer dat iemand me een variant op deze vraag stelt. Dus ik hou mijn hoofd laag en negeer de vertrouweling van Lowe – die ene die eruitziet als Ken van Barbie – terwijl ik een grote verzameling rotzooi uit mijn teen pluk. Ik heb een pincet nodig, maar die heb ik niet meegenomen. Gebruiken Weerlingen die? Of vinden ze dat moreel verwerpelijk, als echte furries? Misschien is lichaamshaar wel heilig voor ze en is elke dreiging voor de rechtmatige plek op hun lichaam wel godslastering.

Toch iets om over na te denken.

‘Laat me los,’ jammert Max. Net als ik zit hij op de bank. Maar zíjn handen zijn achter zijn rug vastgebonden en hij wordt door meerdere bewakers in de gaten gehouden met dezelfde kille blikken die je bewaart voor iemand die heeft geprobeerd om een kind te ontvoeren.

Wat hij ook heeft gedaan.

‘Stop maar met vragen,’ zegt Cal mild tegen hem. ‘Want het gaat niet gebeuren.’ Van alle Weerlingen hier is het wel duidelijk dat hij en Ken de hoogste rang hebben. Ze lijken continu te willen bepalen wie het gemeenst kan zijn. Cal is innemend eng, Ken is bot angstaanjagend. Blijkbaar boeken ze er goede resultaten mee.

‘Ik wil naar mijn moeder,’ jammert Max.

‘O ja? Weet je dat zeker? Want je moeder staat zich daar dood te schamen voor wat jij zojuist hebt gedaan en het gezelschap waar je je in begeeft.’

‘Ik weet het niet, Cal.’ Ken zet zijn pet recht. ‘Misschien moeten we hem maar aan zijn moeder overleveren.’ Hij leunt naar voren. ‘Ik wil zijn gezicht weleens zien als ze zijn klauwen eruit trekt.’

Max gromt, maar het geluid verandert al snel in gejammer wanneer zijn alfa komt aanlopen met Juno en Mick in zijn kielzog. Ik beweeg mijn lippen geluidloos in een ‘Het spijt me’ naar Mick. Ik ben bang dat hij in de problemen is gekomen omdat hij moest plassen en me even alleen had gelaten. Hij zwaait naar me en de hele ruimte valt stil. Iedereen kijkt naar Lowe, alsof hij automatisch alle aandacht opslokt. Zelfs ik moet wel naar hem kijken en laat mijn teen aan zijn geïnfecteerde lot over. Lowe kijkt zo pissig dat ik begin te rillen. Maar dat kan ook komen doordat de airco tegen de brandblaren op mijn huid blaast.

‘Gaat het met Ana?’ vraagt Gemma.

Lowe knikt. ‘Ze speelt met Misha.’ Met zijn handen in zijn zij kijkt hij om zich heen. Iedereen richt zijn blik direct op de grond.

Iedereen, behalve ik.

‘Wie wil me vertellen wat er in godsnaam zojuist is gebeurd?’ vraagt hij, terwijl hij me aanstaart. Ik verwacht dat iedereen gehaast aan een uitleg begint, maar Weerlingen beschikken over een ijzeren discipline. Er valt een drukkende stilte die pas wordt doorbroken wanneer Lowe voor me komt staan. Ik probeer mijn laatste woorden te verzinnen, maar hij trekt alleen zijn vest uit, wikkelt het om mijn rillende schouders en bewondert het resultaat nét iets te lang.

Iedereen kijkt nog steeds naar de grond.

‘Cal,’ zegt hij. Het is gewoon gênant hoe opgelucht ik ben dat hij mijn naam niet noemt.

‘Alles verliep volgens plan,’ zegt Cal. ‘Zoals verwacht probeerde Max Ana weg te lokken. We volgden hem om te kijken met wie hij had afgesproken en toen…’

Hij kijkt naar mij en ineens sta ik wél in het middelpunt van de aandacht. Te vroeg gejuicht.

‘Het spijt me.’ Ik slik moeizaam. ‘Ik had geen idee dat jullie een hinderlaag hadden gepland. Maar als ik een gast zie die zich naar mij toe onwijs lullig heeft gedragen en ervandoor gaat met een kind, is het toch niet gek dat ik…’ Dat ik… wat? Waarom kwam ik tussenbeide? Nu de adrenaline is gezakt, weet ik niet meer waarom ik dit zo heb aangepakt. Ik ben geen held en wil dat ook helemaal niet zijn.

Ken snuift. ‘Bespioneerde je ons door het raam?’

‘Eh… ja?’

‘Gluiperd. Zoek een hobby.’

‘Je hebt gelijk. Ik heb geweldige dingen gehoord over paragliden of competitief eenden hoeden. Misschien kan ik… O, wacht. Ik was even vergeten dat ik letterlijk vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week zit opgesloten in een piepkleine slaapkamer.’

‘Ga lekker een boek lezen, puntoor.’

‘Genoeg.’ Lowe loopt door de ruimte en gaat gehurkt voor Max zitten, die meteen probeert weg te kruipen. Op ferme, maar verrassend vriendelijke toon vraagt hij: ‘Waar wilde je Ana naartoe brengen?’ Max geeft geen antwoord, dus hij gaat verder. ‘Je bent vijftien en ik zal je niet straffen als een volwassene. Ik weet niet met wie je je hebt ingelaten, of hoe je dat hebt gedaan, maar ik kan je helpen. Ik zal je beschermen.’

Het zweet gutst van het voorhoofd van Max. Hij is veel jonger dan ik dacht. ‘Je ruimt me gewoon uit de weg. Als ik het vertel, dan…’

‘Ik doe mijn soortgenoten niets, zeker niet als ze nog kinderen zijn,’ gromt Lowe. ‘Ik ben Roscoe niet.’

‘Nee.’ De ogen van Max schieten naar mij. ‘Hij zou nooit een verbond hebben gesloten met de Vampyren of de mensen, zou nooit een Vampyr in huis hebben genomen zodat zij de Weerlingen kon doden…’

‘Je hebt gelijk. Roscoe doodde de Weerlingen graag in zijn eentje.’ Max kijkt naar de grond. Hij is nog maar een jochie. ‘Is een verbond met de Vampyren echt erger dan meer Weerling-slachtoffers?’

Max lijkt even na te denken over die vraag. Zijn adamsappel beweegt op en neer. Dan herinnert hij zich dat hij woedend is, en bijt hem toe: ‘Jij bent niet de rechtmatige alfa.’

Dat had hij duidelijk nooit mogen zeggen. De andere Weerlingen in de kamer zetten een stap naar voren om tussenbeide te komen, maar stoppen direct als Lowe zijn hand in de lucht steekt.

‘Wie heeft je dat verteld?’ vraagt hij. Dreigend, gewetenloos. ‘Misschien is het een vergissing. Misschien waren ze er niet bij toen Roscoe van mij verloor. Ik heb de Getrouwen een bericht gestuurd en ze laten weten dat ik de uitdaging met plezier zal aangaan. En toch…’ Lowe gaat staan. ‘Afwijkende meningen en discussies zijn altijd welkom. Ik ben Roscoe niet en zal nooit iemand die het niet met me eens is om die reden uit de weg ruimen. Maar een kind ontvoeren, belangrijke infrastructuur saboteren, brute aanvallen op roedels die mij steunen… Dit is een gewelddadige opstand. En zolang ik alfa van deze roedel ben, zal ik dat niet accepteren. Wie heeft je gestuurd, Max?’

Hij schudt zijn hoofd. ‘Weet ik niet.’

‘Ben je het vergeten?’ Ken komt naast Lowe staan. Max deinst achteruit. ‘We beschikken over verschillende manieren om je geheugen op te frissen.’

‘Hij is nog maar een kind,’ zegt Cal.

‘Hij heeft ervoor gekozen om met de Getrouwen samen te werken,’ zegt Ken, terwijl hij zijn knokkels laat kraken.

Tot mijn grote verbazing haalt Cal zijn schouders op. ‘Goed punt.’ Ook hij kraakt zijn knokkels.

Ik speur het gezicht van Lowe af, op zoek naar een teken dat zijn handlangers deze jongen niet… weet ik veel, zullen martelen. Hij lijkt er met zijn gedachten niet bij te zijn, blij dat hij zijn taken heeft kunnen delegeren. Dat had ik niet verwacht van iemand die de boel leek te willen sussen.

‘Wacht!’ schreeuw ik. Wat bezielt me toch vandaag? ‘Doe hem geen pijn. Ik kan helpen.’

Iedereen kijkt razendsnel naar me om, met verschillende gradaties van irritatie op hun gezicht. ‘Volgens mij heb jij wel genoeg gedaan, bloedzuiger,’ zegt Ken.

Ik rol met mijn ogen. ‘Ten eerste ben ik opgegroeid bij de mensen, en bloedzuiger, parasiet, bloedlover, bloedspons, teek, zuiger, vleermuiswijf… Dat zijn niet bepaald originele beledigingen.’ Vampyren drinken wel degelijk bloed om te overleven en daar schamen we ons niet voor. ‘Ik kan erachter komen wie Max heeft gestuurd. Zonder nagels eruit te hoeven trekken of wat jullie dan ook van plan zijn.’

‘Ik weet het niet, hoor,’ zegt Cal. ‘Hij mag best even pijn lijden.’

Maar Max trilt als een rietje. En ik ben blijkbaar niet zo sadistisch als ik dacht. ‘Alsjeblieft,’ smeek ik Lowe, terwijl ik de rest van de aanwezigen negeer. ‘Ik kan helpen.’

‘Hoe dan?’ Voor de verandering lijkt hij eerder nieuwsgierig dan geïrriteerd.

‘Dat kan ik beter laten zien. Kijk.’ Ik sta op en loop langs hem naar Max. Hij houdt me tegen met zijn vingers op mijn pols. Als ik geschrokken naar hem opkijk, staart hij recht voor zich uit. ‘Waarom?’ vraagt hij zonder me aan te kijken. Zijn stem klinkt gedempt, zodat alleen ik hem kan horen.

Ik weet niet zeker wat hij wil weten. Dus volg ik mijn gevoel. ‘Ana komt af en toe bij me op bezoek,’ zeg ik, al even zacht als hij. ‘Ze houdt me gezelschap, en ook al kan ze mijn naam niet uitspreken en weet ze duidelijk niet of ze nou zes of zeven jaar oud is…’ Ik slik moeizaam. ‘… ik heb toch liever niet dat ze, nou ja, ontvoerd en verhandeld wordt.’

Hij kijkt eindelijk op me neer. Tuurt een paar lange seconden naar me en wat hij ook ziet, het kan zijn goedkeuring blijkbaar wegdragen. Hij knikt en laat me los. Ik verroer me niet.

‘Zou je me kunnen helpen? Ik ben hier niet heel goed in.’ Hij fronst en ik voeg er snel aan toe: ‘Maar wel goed genoeg.’

Denk ik? Ik heb dit alleen met Serena gedaan, die erop stond dat ik mijn enige nuttige Vampyr-vaardigheid op haar zou oefenen. Ze liet zich hypnotiseren en dan gebruikte ik onze gedeelde telefoon om filmpjes te maken van het feit dat ze zat te zoenen met een rodekool, het volkslied zong met een Duits accent en opbiechtte dat ze allemaal vunzige dromen had gehad, met meneer Lumiere, onze leraar Frans, in een terugkerende gastrol.

Hopelijk weet ik nog hoe het moet.

Ik kniel voor Max en negeer zijn misselijkmakende, doodsbange hartslag en het feit dat hij naar me sist dat ik moet oprotten. ‘Gast, ik probeer je te helpen om uit de martelkamer te blijven, of hoe jouw volk ook informatie inwint, dus…’

Ik voel iets nats op de voorkant van mijn topje.

Omdat Max op me heeft gespuugd.

‘Getver.’ Ik hap vol afkeer naar adem, maar voordat ik – weet ik veel, terug kan tuffen? – duwt de hand van Lowe tegen de borstkas van Max en wordt hij tegen de bank gedrukt.

‘Wat deed je nou net?’ gromt hij.

‘Ze is een Vampyr!’

‘Ze is mijn…’ De hand van Lowe pakt de kaak van Max beet. ‘Bied je excuses aan mijn vróúw aan.’

‘Sorry. Sorry! Alsjeblieft, doe me geen… Het spijt me!’ Max begint te snikken.

Lowe kijkt me aan. ‘Accepteer je dat?’

‘Wat? Zijn spuug?’

‘Zijn excuses.’

‘O.’ O mijn god. Wat gebeurt hier? ‘Ja, hoor, waarom niet? Het was zo… oprecht en spontaan. Hou zijn hoofd stil en laat hem niet bewegen. Ja, handen op de kin. Oké, dit duurt even. Zorg dat hij blijft stilzitten.’

Ik begin met mijn duim op de onderkant van de neus van Max, met mijn wijs- en middelvinger op zijn voorhoofd. Dan wacht ik tot hij kalmeert en me aankijkt.

Met de vierde poging heb ik eindelijk beet. Het brein van Max is zacht en overprikkeld en laat zich gemakkelijk verankeren. Ik verbind zijn geest aan de mijne en verstoor zijn gedachten even: een tijdelijke storing. Ik stop pas als ik heel zeker weet dat ik hem goed in mijn greep heb, en wanneer ik me terugtrek, ontspant zijn lichaam direct en zijn de pupillen een stuk groter. Achter me hoor ik gemompel en een zacht ‘Wat de fuck?’ maar het is gemakkelijk te negeren. Net zo gemakkelijk als het is om mijn ogen hun ding te laten doen.

Met de onderworpene.

Mensen zeggen dat we hun gedachten kunnen beïnvloeden. Dat onze zielen die van hen kunnen pakken en vastbinden als een kalkoen met Thanksgiving. Maar ook dit heeft gewoon weer met biologie te maken. Dankzij een extra intraoculaire spier kunnen we onze ogen extra snel bewegen en een ander hypnotiseren. Vampyren die daar heel goed in zijn, zoals mijn vader, kunnen het zonder hun slachtoffer aan te raken en zijn bovendien een stuk sneller dan ik. Maar zij zijn zeldzaam, en voor middelmatige Vampyren zoals ik, die iemand moeten vastbinden voordat het überhaupt kan lukken, kan het een onhandig middel zijn.

Het heeft ook nadelen. De onderwerping werkt alleen bij andere soorten en niet elk brein is even geschikt. En uiteraard ga je een grens over als je zonder toestemming inbreekt in het brein van een ander, het is absoluut onethisch. Puur dat het kan, betekent niet dat we het zouden moeten doen. Maar Max heeft wel geprobeerd om Ana pijn te doen en misschien niet voor de laatste keer. Bovendien neem ik het niet zo nauw met normen en waarden.

‘Oké.’ Ik leun achterover en wrijf driftig in mijn ogen. Dit kost ontzettend veel energie. ‘Ga je gang.’

Iedereen staart me met open mond aan. Mijn brein houdt me misschien voor de gek, maar ik weet vrij zeker dat ze allemaal een stap achteruit hebben gezet.

Behalve Lowe, die bijna te dicht bij me staat.

‘Schiet wel een beetje op. Dit duurt maar een minuut of tien.’ Ik wijs naar de verdoofde Max. Als ik hier beter in was, zou ik permanent in zijn brein kunnen poeren, maar helaas. ‘Hij gaat je niet zomaar zijn hele levensverhaal vertellen. Je moet hem vragen stellen.’ Niemand zegt iets. Heb ik hen per ongeluk ook onderworpen? ‘Bijvoorbeeld: Max, waarom wilde je Ana ontvoeren?’

‘Ik moest haar naar de Getrouwen brengen, waar we haar konden gebruiken om Lowe ertoe te dwingen om af te treden als alfa,’ zegt hij monotoon.

Er gaat een paniekerig, achterdochtig gemompel door de ruimte, dat niets met het antwoord van Max te maken heeft. Sterker nog, ik weet vrij zeker dat ik iemand hoor zeggen dat ik zijn brein heb gefrituurd.

‘De onderwerping,’ mompelt Lowe.

‘Ja. Precies. Er is geen frituurpan aan te pas gekomen.’ Ik ga staan en kijk met een vies gezicht naar het speeksel op mijn shirt. Het begint door de stof heen te weken. Getver.

‘Ik dacht dat het een mythe was,’ fluistert Cal. ‘Die onze ouderen gebruikten om ons de stuipen op het lijf te jagen.’

Dat snap ik wel. Vroeger, als ik me misdroeg, was ik als de dood dat een Weerling uit het toilet zou kruipen om mijn kont op te eten. ‘Het is geen mythe. Ik ben hier eigenlijk niet zo goed in.’ Het lijkt me beter om niet te vertellen waar iemand als vader toe in staat is.

‘Zo te zien wel,’ zegt Cal. Hij klinkt daadwerkelijk onder de indruk. Ken kijkt me argwanend aan, Mick fronst, Gemma schudt haar hoofd, een paar andere Weerlingen kijken elkaar vluchtig aan, Juno lijkt, zoals altijd, bezorgd en kwaad, en Lowe…

Ik denk niet dat ik Lowe ooit zal kunnen doorgronden.

‘Hoe weten we dat je geen leugens in zijn hoofd plant?’ vraagt Ken.

Ik haal mijn schouders op. ‘Vraag hem iets wat ik niet kan weten.’

‘Wat gebeurde er toen je Mary Lakes mee uit vroeg?’ vraagt Juno.

‘Ze zei “nee”,’ zegt Max.

‘Waarom?’

‘Omdat er een gigantische klodder snot uit mijn neus hing.’

Het is grappig, maar niemand moet lachen. De groep lijkt over hun ongeloof heen te zijn gestapt en Cal begint Max te ondervragen. ‘Heeft Roscoe’s partner je gestuurd om Ana mee te nemen?’

‘Ik denk van wel, ook al heb ik Emery zelf niet gesproken.’

Cal schudt zijn hoofd. ‘Het zal ook eens niet.’

‘Stop.’ Lowe onderbreekt hem en de stilte keert terug in de ruimte. Hij kijkt naar mij. Mijn adem stokt in mijn keel wanneer zijn arm naar de hoody reikt die hij bij me heeft aangetrokken. Zijn handpalm strijkt even over mijn middel, beweegt dan omhoog tegen mijn borst, en o mijn god, wat…

Hij pakt zijn telefoon uit de binnenzak en gaat weer rechtop staan.

Mijn wangen gloeien.

‘Breng haar naar haar kamer en kom dan weer terug,’ draagt hij Mick op. Tegen Juno zegt hij: ‘Wil jij even bij Ana gaan kijken?’

Ik word weggebracht. Mijn innerlijke bemoeial lijkt vrij baan te hebben gekregen, want ik wil bijna vragen of ik mag blijven. Ik wil weten waar deze vreemde Weerling-oorlog om draait. Maar in plaats daarvan volg ik Mick gedwee de trap op.

‘Ik hoop niet dat je door mij in de nesten zit,’ zeg ik tegen hem. ‘Maar ik zag dat Max Ana meenam en ik weet dat jullie me niet geloven, maar hij had me aangevallen, dus…’

‘Niemand twijfelt aan je,’ zegt hij vriendelijk.

Ik kijk hem aan. ‘Lowe wel.’

‘Lowe wist dat Max als eerste had aangevallen. Hij ruikt een leugen als geen ander.’

‘Letterlijk, bedoel je?’

Mick knikt, maar gaat er niet verder op in. ‘Hij wist dat Max iets in zijn schild voerde, dat het met Ana te maken had en hij wilde zo veel mogelijk informatie uit hem zien te krijgen. Lowe moet heel zorgvuldig te werk gaan. Hij kan niet iedereen die hij niet mag gaan ondervragen, anders is hij niet veel anders dan hoe Roscoe was op het laatst. Maar de Getrouwen nemen hun eigen leden te grazen en iemand moet hem tegenhouden.’

‘Hij leek anders meer dan bereid om Max te laten martelen.’

‘Dat was bluf, om Max de stuipen op het lijf te jagen. En het zou gewerkt hebben ook, dat konden we allemaal ruiken. Maar je maakte het wel makkelijker met dat…’ Hij glimlacht en gebaart naar mijn ogen. ‘Beloof me alleen dat je dat nooit met mij doet, goed? Ik vond je echt angstaanjagend daarbinnen.’

‘Zou ik nooit doen. Jij bent mijn lievelingsbewaker.’ Ik glimlach, zonder mijn hoektanden te laten zien. ‘Bovendien ben ik degene die bang zou moeten zijn.’

‘Hoezo?’

Ik wijs naar het litteken in zijn nek. De tandafdrukken in zijn sleutelbeen. ‘Jij loopt daarmee rond alsof vechten je favoriete hobby is.’ Ik hou mijn hoofd schuin. ‘Is dat hoe je in een Weerling bent veranderd?’

Hij trekt een wenkbrauw op. ‘We zijn een echte diersoort, geen infectieziekte.’

‘Ik wil alleen maar zeker weten dat ik niet in jou verander wanneer iemand me bijt.’

‘Als jij iemand bijt, verandert diegene dan in een Vampyr?’

Daar denk ik even over na. ‘Goed punt.’

Hij lacht zachtjes en schudt zijn hoofd. Ineens zie ik een weemoedige blik in zijn ogen verschijnen. ‘Deze beet is van mijn metgezel.’

Metgezel. Daar heb je dat woord weer.

‘Heeft zij er ook eentje? Je metgezel?’

‘Ja, natuurlijk.’

‘Heb ik haar al ontmoet?’

Hij kijkt weg. ‘Ze is niet meer onder ons.’

‘O.’ Ik slik moeizaam en sta even met mijn mond vol tanden. Ik hoop niet dat een van mijn soortgenoten daar verantwoordelijk voor is. ‘Wat erg. Het klinkt alsof jullie partners heel belangrijk voor jullie zijn.’

Hij knikt. ‘De partnerband vormt de kern van elke roedel. Maar ik denk niet dat het slim is om Weerling-gebruiken met je te bespreken.’ Hij kijkt me aan op een manier die op de een of andere manier zowel afkeurend als vriendelijk is. ‘Zeker niet als jij met je broer loopt te kletsen in een taal die verder niemand begrijpt.’

Kak. ‘Dat is niet… Ik had gewoon heimwee. Ik wilde iets bekends horen.’

‘O ja?’ We stoppen voor mijn deur. Mick doet open en gebaart dat ik naar binnen mag lopen. ‘Grappig. Om heimwee te hebben, moet je een thuis hebben, en daar lijk jij me helemaal niet het type voor.’

Na zijn vertrek laat ik zijn woorden nog een paar minuten bezinken. Ik vraag me af of hij gelijk heeft. Als het weer rustig wordt in mijn hoofd, weet ik dat hij het mis had: ik had wel een thuis en haar naam was Serena.

Ik trek een topje aan waar minder DNA van Max op zit en glip stilletjes mijn kamer uit. Nu iedereen is afgeleid door de commotie, is het verdacht makkelijk om in te breken in het kantoor van Lowe. Er zijn zat manieren om een computer te hacken, maar ik heb er nu maar een paar tot mijn beschikking. Gelukkig heb ik genoeg ervaring met brute kracht om optimistisch te kunnen blijven.

De zon is aan het ondergaan, maar ik doe de lichten niet aan. Vanaf Lowe’s bureau grijnst een foto van Ana me tegemoet. Ik sluip erheen, kniel voor het toetsenbord en begin te klooien.

Dit is niet mijn expertise, maar het is vrij simpel en kost niet te veel tijd. Het is wel duidelijk dat de Weerlingen niet verwachten dat iemand van binnenuit kan aanvallen en de computer wordt amper beveiligd. Ik heb maar een paar minuten nodig om hun database te kraken en nog een paar extra om drie zoekopdrachten uit te voeren: ‘Serena Paris’, de datum van haar verdwijning en ‘The Herald’. Ik wil weten of mijn vermoedens kloppen en ze voor een of ander artikel op zoek is gegaan naar Lowe. Het is slechts een begin, maar ik hoop dat er automatisch een kopie is gemaakt als haar naam is genoemd op een of ander communicatie-apparaat en…

Ik voel iets zachts tegen mijn kuit.

‘Niet nu,’ mompel ik, terwijl ik die rotkat van Serena verstrooid een tik geef. Ik zie de resultaten op het scherm verschijnen. Ik druk op een paar toetsen om in te zoomen. Tot nu toe ziet het er niet heel veelbelovend uit.

De natte neus van de kat drukt tegen mijn dij. ‘Ik heb het druk, Glitter of hoe je dan ook heet. Ga met Ana spelen.’

Hij begint te spinnen. Nee, te grommen. De arrogantie van dit beest kent geen grenzen. ‘Ik zei toch dat je…’ Ik kijk omlaag en duik zo snel naar achteren dat ik bijna omval.

In het schemerige licht van de zonsondergang zie ik de gele ogen van een grijze wolf kwaad naar me staren.

Bride

Bride

Score 9.0
Status: Completed Type: Author: Ali Hazelwood Released: 2024 Native Language:
Romance
Bride is a standalone paranormal romance novel by Ali Hazelwood, known for her witty, emotionally rich stories. This book blends fantasy with romance, featuring a reluctant marriage between a human woman and an ancient vampire to prevent a war between humans and supernatural beings. As their forced union turns unexpectedly tender, secrets emerge that may reshape the fate of their world—and their hearts. Packed with passion, politics, and paranormal intrigue, Bride delivers a refreshing twist on vampire romance.